Op de Veluwe bezitten we een aantal bospercelen waar we constateren dat de vitaliteit van de eikenbomen achteruitgaat. Een mogelijke oorzaak hiervan is de bodemverzuring en daardoor veroorzaakte tekorten in noodzakelijke voeding voor de bomen.
Nu denk je misschien: ‘Nou en? Een paar ongezonde bomen, wat maakt dat uit?’ Maar los van het feit dat dit voor onveilige situaties in het bos kan leiden en los van de toegevoegde waarde van deze bomen op het ecosysteem en de biodiversiteit, is het ook een belangrijke indicatie. Namelijk een indicatie dàt de grond verzuurd en dit kan leiden tot een toename in aluminiumconcentraties in het grondwater. Die hoeveelheid houden we liever heel beperkt.

Binnen de onderzoeks- en innovatieagenda van Vitens zijn we in het thema ‘Circulaire economie en maatschappelijke ontwikkelingen’ een project gestart met de vraag of het mogelijk is om de vitaliteit te herstellen door gebruik te maken van onze kalkkorrels. Voor de beantwoording van die vraag is B-ware gestart met metingen in twee van onze terreinen: Krachtighuizen en Schaltenberg.
Met behulp van de humushapper en de grondboor nemen ze grondmonsters (ongeveer 100!) om de bodemchemie in kaart te brengen. Ook verzamelen ze bladeren en naalden om in de plantchemie te meten of er nutriëntentekorten zijn. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met Het Adviesloket die kijken naar de biologische bodemkwaliteit door onder andere DNA-analyses. Op basis van de gegevens wordt vervolgens een advies gegeven of en hoe we de kalkkorrels kunnen inzetten als herstelmaatregel.